Groene cadeautjes

Nog even en er steken weer chocoladeletters uit de schoentjes en vliegen de pepernoten ons om de oren. Maar Sint heeft ook veel groene cadeautjes en zelf-maak-ideeën, waar het grut wel even zoet mee is.

Een krans vol lekkers
Maak of koop een krans van stro. Neem wat cocktailprikkers en bloembindersgaren, pepernoten, mandarijntjes, taaitaaipoppen en mooie linten. Versier de krans samen met de kinderen. Hang hem tegen de schouw of plaats hem op tafel, met in het midden een kom vol lekkere winterpeentjes. Laat de kinderen er elke dag iets van snoepen – bewaar ook wat wortels voor Amerigo.

Vogelpret 
Maak of koop een krans van wintergroen, bijvoorbeeld van dennentakken of buxus. Rijg samen met de kinderen een slinger van doppinda’s, drapeer deze losjes om de krans en hang een grote vetbol met zaden in het midden van de krans. Hang de krans buiten een plek waar u en de kinderen vanuit huis goed zicht op hebben. In ons tuincentrum vindt u ook een ruime keuze aan vrolijke vogelhuisjes en vogelvoerschalen en -hangers. Dubbele pret, voor de kinderen én de vogels.

Blij met bollen
Laat Sint eens bloembollen cadeau doen! Amaryllis-bollen, maar ook geurige hyacinten en sierlijke narcisjes zijn nu al op pot te koop en doen het binnenshuis prima. Extra leuk: geef er een vrolijk gekleurde pot bij of neem een eenvoudige terracotta pot en beschilder of beplak die samen met uw kind.

Vitamine uit de vensterbank
Leuk en leerzaam voor de kleintjes! Micro- of spruitgroenten kunnen ook in de winter gezaaid worden, zoals tuinkers, taugé, alfalfa en mosterdkers – heerlijk én gezond op een boterham of in een salade. Ook geschikt om nu in eenvoudige bakjes of schaaltjes in de vensterbank te zaaien: rucola, veldsla, basilicum, dille en fenegriek. Extra leuk: zaai de kiemgroenten in de vorm van de naam van het kind of van een hart of bloem. Knip daarvoor de naam of de vorm uit een vel papier en leg dat op de aarde. Laat de kleinsten het zaad erover verspreiden. Iets oudere kinderen kunnen zelf hun naam of figuurtje met de achterkant van een potlood of met een lepeltje in de aarde uitdiepen en daar het zaad in strooien.